Sluiten
Het werkgebied van de Wild Beheer Eenheid (WBE) Over Betuwe Oost ligt in het rivierengebied. Aan de noordzijde wordt het werkgebied begrensd door het PannerdenschKanaal en verderop stroomafwaarts de Neder-Rijn.Aan de zuidzijde vormt de drukbevaren rivier de Waal de grens. Beide rivieren komen voort uit de Rijn die zich, komende vanuit Duitsland, bij Doornenburg splitst in de rivier de Waal en Pannerdensch Kanaal.Het rivierengebied kenmerkt zich door de uitgestrekte uiterwaarden die natuurlijk en landschappelijk van hoge waarde zijn.De uiterwaarden herbergen een grote verscheidenheid aan flora en fauna. In de uiterwaarden is als gevolg van het gevoerde wildbeheer van de afgelopen decenniaevenals het sterk geïntensiveerde jachttoezicht een goede en gevarieerde wildstand ontstaan. In de winter en het voorjaar worden we vaak geconfronteerd met langdurige hoogwaterstanden. In de algemene ledenvergadering van 11 april 1994 is door de jachtopzichter de wens geuit tot vaststelling van een beheerplan voor de uiterwaarden bij hoog water. Deze wens is gedeeld door de algemene ledenvergadering waarbij vervolgens een werkgroep is opgericht. Genoemde werkgroep heeft knelpunten geïnventariseerd en daarbij passende oplossingen voorgesteld. Tevens is aangegeven welke hulpmiddelen ingezet moeten worden.
Hoog Water Inleiding

Als gevolg van een verbeterde en versnelde afvoer van smelt- en regenwater in het stroomgebied van de grote rivieren, kunnen de uiterwaarden binnen het werkgebied van de WBE in een relatief korte periode geheel blank komen te staan. Dieren, en vooral de jongere dieren wanneer deze situatie zich nog laat in het voorjaar voordoet, kunnen dan onaangenaam verrast worden. De dieren volgen de waterlijn en blijven vaak onbereikbaar achter op een eiland dat uiteindelijk ook geheel onder water verdwijnt. Ook trekt hoog water enorm veel "toerisme" (vaak met loslopende honden) wat een geslaagde poging van in het wild levende dieren, om al zwemmend aan vaste wal te geraken, alsnog doet mislukken.In het werkgebied van onze WBE worden de dierendie zich langere tijd in deze noodsituatie op eilanden bevinden bijgevoerd. Ofschoon bijvoeren op zich geen verkeerde oplossing behoeft te zijn is een verblijf van veel dieren op een kleine oppervlakte geen echte passende oplossing. Dit is vooral het geval wanneer er sprake is van langdurig hoog water. Veel dieren vechten dan met elkaar en verjagen elkaar van de eilandenwat ook menig verdrinkingsdood tot gevolg heeft gehad. Voorts worden ze vaak lastig gevallen door andere dieren zoalskraaien/meeuwen etc.).Het past bij een goed wildbeheer om het verlies aan wild en ook andere dieren door verdrinking tot een minimum te beperken. Hiermee is ook de doelstelling van dit plan weergegeven. Van belang is een gezamenlijke en gecoördineerde aanpak binnen het werkgebied. De coördinatie van beheeractiviteiten bij hoog water ligt bij de jachtopzichter van de WBE. Hij inventariseert de knelpunten en onderneemt waar nodig met behulp van leden en deelnemers actie. Deze actie kan bestaan uit het eerder genoemde bijvoeren, maar ook het in uiterste noodzaak vangen van dieren die in zeer ernstige nood verkeren. Uiteraard worden gevangen dieren zo spoedig mogelijk weer in vrijheid gesteld. Dit zo mogelijk dichtbij de plaats waar ze ook gevangen zijn.

Hoog Water INVENTARISATIE VAN KNELPUNTEN IN DE DIVERSE UITERWAARDEN EN MOGELIJKE OPLOSSINGEN.
De WBE heeft ervoor gekozen de knelpunten per uiterwaarde gebied te bezien onder toevoeging van passende beheeractiviteiten.

Klompenwaard Doornenburg

De schade door verdrinking kan tot een minimum worden beperkt door tijdig het aanwezige wild uit de polder te drijven. Bij hoog water vormen zich enige eilanden. Met lieslaarzen en netten kan het wild worden gered. Inzet van een boot is niet nodig indien tijdig tot actie wordt overgegaan. Het aangelegen binnendijkse terrein kan de hazen opvangen. Er moet wel rekening worden gehouden met wildschade in fruitopstanden. Het wild kan via de toegangsweg naar het fort uit de polder worden gedreven. Voor deze maatregelen is de medewerking van de huidige eigenaar van dit terrein, Staatsbosbeheer, noodzakelijk en gewenst.

Roswaard Doornenburg

De Roswaard bestaat voornamelijk uit akkerbouwland. Bij hoog water is er sprake van grote delen kwelwater. Het beleid van het polderdistrict is al jaren zo dat de sluizen bij hoog water dicht blijven. Een specifiek beheer bij hoog water is niet nodig. Er zouden eventueel in de buurt gevangen dieren uitgezet kunnen worden.

Angerense uiterwaarde (ter hoogte van Doornenburg)

Ook in de Angerense uiterwaarde kan net als in de Klompenwaard worden volstaan met tijdig uitdrijven van het wild. Lieslaarzen en netten kunnen van pas komen. In het Doornenburgse gedeelte alwaar de sluisinlaat zich bevindt, zijn geen noemenswaardige knelpunten. Het wild kan ook via de kleistort nabij de steenfabriek evenals de toegangsweg naar de steenfabriek het hoge water ontlopen. Binnendijks is er voldoende ruimte voor het wild om zich op te houden. Er moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van schadegevoelige fruit opstanden.

Angerense en Huissense uiterwaarden

In de Angerense uiterwaarde ter hoogte van de kerken stroomt het water in eerste instantie langs de dijk. Dit geldt ook voor het gedeelte dat richting Huissen is gelegen. Het wild wordt eigenlijk onmiddellijk ingesloten. Vooraf uitdrijven heeft weinig zin, gelet op het uitgestrekte gebied. Het wild kan alle kanten uit. Op een gegeven moment ontstaan er eilanden, hoger gelegen gebieden. Dit geldt o.a. voor de langs het Pannerdensch Kanaal en Neder-Rijn gelegen zomerdam. Aanwezig wild kan naar het hoger gelegen steenfabrieksterrein aan de Scherpenkamp worden gedreven.

Ook ontstaat er een eiland op ongeveer 400 meter vanaf de afrit nabij de kerk in Angeren.In geval van extreem hoog water, wanneer verwacht wordt dat ook dit stuk onder water gaat lopen,moet het op dit eiland verblijvende wild met behulp van netten en boten worden gevangen. Daarbij zijn twee boten noodzakelijk om aan beide zijden van het eiland wild uit het water te redden. Over twee boten kan worden beschikt. De gevangen dieren kunnen probleemloos binnendijks worden uitgezet. Voorbij Angeren, meer richting Huissen doen zich dezelfde problemen voor.Het wassende water volgt de dijk en sluit het binnengelegen gebied af. Achter de Strang in Angeren is een wat hoger gelegen gebied, dat uiteindelijk als eiland boven water blijft. Ook hier dient met behulp van twee boten en vangnetten de aanwezige dieren te worden gevangen en vervolgens binnendijks weer te worden uitgezet.

Huissense uiterwaarden (vanaf Looveerweg tot Pleybrug)

Bij wassend/hoog water is de situatie nagenoeg gelijk aan de situatie in Angeren. Via de Strang en de ondergelopen Melkweg wordt het binnengebied geheel afgesloten. Aanwezige dieren kunnen via de zomerdam naar het hoger in de uiterwaarde gelegen industrieterrein van de VBI / v. Dalen en Heijting worden gedreven. Langs het Zwanenwater, gelegen aan de Looveerweg,ontstaat aan de Badweg zijde een langgerekt eiland. In voorbije wintershebben veel dieren zich langdurig op dit eiland opgehouden. De zwemafstand naar vaste wal is te groot. De meest gewenste aanpak hier is het vangen van de aanwezige dieren met behulp van netten en twee boten. Eén en ander is wel afhankelijk van de hoogte van het water, de grootte van het eiland evenals de aantallen aanwezigedieren (dichtheid).Binnendijks uitzetten van gevangen dieren is mogelijk, doch de ruimte is beperkt (Duifje, Immerloopark). Uitgezettedierenzullen mogelijk, vanwege onbekendheid met het nieuwe terrein, sneuvelen als gevolg van de aanwezige verkeersdichtheid op de Ir. Molsweg. In dit geval kunnen gevangen dieren, en vooral hazen, het beste worden opgevangen in een grote schuur. Deze opvang is bij diverse mensen waar beschikbaar. Uiteraard worden de gevangen hazen in het veld van afkomst teruggezet. Ook kunnen eventueel gevangen dieren worden uitgezet op het hoger gelegen eerder genoemde fabrieksterrein nabij het Looveer. Hoog Water

Gendtse uiterwaarden

In de Gendtse polder kan een verlies aan in het wild levende dieren worden voorkomen door tijdig uit te drijven. Hiervoor is echter wel de inzet van een behoorlijk aantal mensen noodza-kelijk. Leden en deelnemers van de WBE hebben zich bereid verklaard hiervoor beschikbaar te zijn.De dieren kunnen zich blijvend ophouden op de fabrieksterreinen van de steenfabriek aldaar.Bij extreem hoog water is inzet van varend materieel noodzakelijk om wilde dieren van eilanden te bevrijden en eventueel over te brengen naar het fabrieksterrein. Binnendijks is er voldoende ruimte om gevangen dieren weer uit te zetten. Er zijn boten beschikbaar.Meer richting Haalderen wordt de uiterwaarde smal en langgerekt. Hier doen zich geen problemen voor bij wassend en of hoog water.

Haalderense en Bemmelse uiterwaarden

De genoemde uiterwaarden lopen onder vanaf het moment, dat het water over de Defensiedijk komt. Ook komt water massaal binnen via het gemaal op de Defensiedijk, gelegen aan de Lentse kant. Via dit gemaal stroomt het Waalwater de Strang in zodat het uiterwaarde gebied na enige tijd geheel wordt ingesloten.Vooraf uitdrijven heeft weinig zin vanwege de uitgestrektheid. De verwachting is dat vooraf uitdrijven uiteindelijk nadelig werkt en dat dieren zelf de hoger gelegen gebieden "in alle rust" opzoeken. Indien er sprake is van extreem hoog water dient er ingegrepen te worden.Ter hoogte van Bemmel is het eerst gelegen weiland achter de Strang een gebied dat het langst boven water blijft.De dan hier aanwezige dieren dienen met behulp van netten en minimaal twee boten te worden gevangen. Binnendijks zijn er alleen tegen De Pas aan mogelijkheden om de gevangen dieren uit te zetten. Boten zijn beschikbaar.

Lentse uiterwaarden

Een specifiek beheer bij hoog water in de Lentse uiterwaarden is niet noodzakelijk. Het betreft hier een kleine langgerekte polder. De inloop van wassend water is gunstig. Het wild wordt automatisch richting dijk gedreven.In de nabije toekomst komt dit gebied door verlegging van de rivier de Waal te vervallen.

Jacht bij hoog water

Tijdens perioden van hoog water zal er in principe in de direct aangelegen binnendijkse perce-len geen jacht op zogenaamd "haarwild" plaatsvinden. Het is van belang de dieren de gelegen-heid te verschaffen tot gewenning, vooral ook omdat de dichtheid van wild is toegenomen. Voorts staat verstoring door jacht haaks op het redden aan een verdrinkingsdood. Wanneer er sprake is van ernstige wildschade, dient er uiteraard in samenspraak met de grondgebruiker opgetreden te worden. Daarbij is het gewenst vooraf in overleg te treden met de jachtopzichter.

Verkeersmaatregelen

Met beheerders van dijkvakken zal worden bezien of mogelijk plaatselijk dijken kunnen worden afgesloten zodat voor het hoge water vluchtende dieren rustig aan de droge kant van de dijk kunnen komen.

Overig

De jachtopzichter zal er, in overleg en waar mogelijk samenwerking met overige opsporingsdiensten, extra op toe zien dat er bij wassend en hoog water geen mensen met loslopende honden in de nabijheid van de uiterwaarden zijn, zodanig dat zij de vluchtende of rustende dieren verstoren.